• Verwarm de oven voor op 220 graden.

Deeg deel 1

• Doe het glutenvrij broodmeel, de rijstmelk en de gist in een kom. Kneed tot 1 geheel.

Deeg deel 2

• Gebruik een schoon aanrecht. Meng op het aanrecht de plantaardige boter met het zout en de basterdsuiker.
• Leg het glutenvrij broodmeel op het botermengsel. Wrijf dit met je handen door elkaar, zodat er kruimels ontstaan. Ga door tot al het meel is opgenomen door het botermengsel.
• Leg de kruimels op het deeg van deel 1 in de kom. Laat 20 minuten zo staan. Kneed door elkaar tot er 1 massa ontstaat en vorm 2 bollen. Kneed niet te lang door, dat is bij dit deeg niet nodig. En voeg ook geen extra meel toe.
• Laat de bollen 20-30 minuten rijzen in de kom. Leg een theedoek over de kom.

Abrikozenvulling

• Maak tijdens het rijzen de abrikozenvulling. Snijd de abrikozen klein. Verwarm dit met het vocht van 1,5 blik in een pan.
• Voeg de maizena toe en roer door tot het dikker wordt. Haal van het vuur en laat afkoelen.

Maak de vlaai af

• Vet de vlaaivorm in met margarine.
• Kneed 1 bol deeg kort door. Leg bakpapier op de snijplank. Rol het deeg uit tot de maat van de taartvorm. Leg de taartvorm op het deeg en draai om.
• Verdeel de vulling over de bodem en smeer uit.
• Kneed de andere bol kort. Bestrooi het aanrecht met meel. Rol het deeg uit. Steek rondjes uit met de achterkant van een glas en leg deze over de taartvullling. Gebruik verschillende maten van glazen, hierdoor krijg je een leuk patroon op de taart.
• Laat de vlaai nog 30 minuten rijzen in de vorm.
• Eventueel: Maak de bovenkant een beetje nat en bestrooi met grove suiker.
• Bak de vlaai in 30 minuten gaar, totdat deze goudbruin is.